Stap 3
Volg de groene lijn. Je was met je draad uitgekomen bij het derde spijkertje rechtsboven, en je brengt je draad nu weer van rechts (nr 8), tussen het 3e en 4e spijkertje door, naar linksonder (nr 9) en ga je tussen het 3e en 4e spijkertje heen (is het eerstvolgende lege spijkertje aan de onderkant). Ook nu ga je weer oversteken naar het eerstvolgende lege spijkertje aan de linkerkant (bij nr 10). Maak weer een lus, weef door de 3 draden door, waarbij je begint met onder de eerste (onderste) draad heen te gaan, over de tweede (middelste) draad en weer onder de laatste (bovenste) draad door. Leg de linkerkant van de lus over het spijkertje linksonder heen (bij nr 10), trek de lus door naar rechtsboven en leg de rechterkant van de lus rond het 3e spijkertje (bij nr 11). En, ik blijf erop hameren, geen spanning op de draden zetten!
Spiegeling
Je zult zien dat de draden in de hoek rechtsboven al automatisch goed zitten. Het weven dat je linksonder in de hoek doet, wordt als het ware weerspiegeld in de hoek rechtsboven. Daar hoef je verder niets voor te doen, gaat helemaal vanzelf met deze methode!
Houdt de doorgeweven diagonalen recht!
Je zult merken dat de draden op de diagonalen linksonder en rechtsboven de neiging hebben een beetje een kromming te hebben na het doorweven. Ten eerste geldt ook voor deze diagonalen dat je ze niet strak moet trekken. Even een kort uitstapje naar ‘gewoon’ weven. Bij ‘gewoon’ weven op bijvoorbeeld een hevelriet weefgetouw, leg je de inslagdraad ook vaak in een kromming of een golfje, zodat je bij het aanslaan of aanschuiven van de net doorgehaalde draad ervoor zorgt dat de zijkanten van het weefsel niet naar binnen trekken. Dat heeft dus weer te maken met die golfbeweging van de draad in het weefsel, en door de draad op een zodanige manier door te weven dat hij lang genoeg is om die golfbeweging te kunnen maken, zorg je dat er geen onnodige spanning op de draad en de zijkanten komt te staan. Weer terug naar het weefraam: als je nu dus ziet dat de draad een lichte kromming heeft in de hoeken, dan is dat eigenlijk alleen maar gunstig. Neem je haaknaald, of je naald met stompe punt, en schuif de draden netjes recht. Als ik wat verder ben, dan begin ik vaak in het midden met aanschuiven en werk dan een beetje om en om aan beide zijden verder met aanschuiven, zodat de draad zo recht mogelijk komt te liggen.
Soms merk je dat je draden toch een beetje een bochtje houden, wacht dan gewoon tot je de volgende diagonaal hebt geweven, en schuif dan de vorige diagonaal verder recht. Doe er ook weer niet té moeilijk over, als het eindresultaat er maar mooi en netjes uitziet. Maar wacht gewoon niet tot je veel verder bent.
Ga naar de volgende pagina voor de volgende stappen.