Afsluiting
De afsluiting bij hoek A is iets anders dan bij de andere hoeken, omdat je hier aan het eind de randlus om de bovenste 2 spijkertjes hebt lopen. Op de volgende foto ben ik bij hoek A aanbeland. In de tekening is dit het lusje rond spijkertje 9 en 10. Op mijn weefraam is dat dus spijkertje 23. Ik heb alvast een vaste in die laatste lus gehaakt, dus dat is dan 23 steken aan die kant. Dit is de tweede vaste in deze hoeklus, want je hebt ook al helemaal in het begin een steek in deze hoeklus gemaakt. Om nu nog die laatste ‘steek’ te maken, om te zorgen dat we aan elke rand hetzelfde aantal steken hebben, gaan we een trucje uithalen.
Je gaat nu niet nog een steek in deze hoeklus maken! En dat heeft 2 redenen.
De eerste reden is dat ik niet meer dan 2 steken in de hoeklussen wil maken. Als je de tekening ziet, en zolang het weefsel nog op het weefraam zit, zou je denken dat daar meer dan genoeg ruimte voor is. Het zou ook wel passen, maar als het weefsel eenmaal van het weefraam af is, dan trekt het weefsel iets in naar binnen toe, en dan wordt de hoeklus toch iets kleiner. Garen heeft ook sterk de neiging om in relaxte staat ‘zijn natuurlijke weg te vinden’. Vooral als het ook nog eens gewassen is. En dan zal deze hoek toch wat kleiner uitvallen dan dat hij nu nog is terwijl het op het weefraam zit. Dus ik wil voorkomen dat hier een ‘prop’aan draden van het haken komt.
De tweede reden is dat ik graag een mooie ‘onzichtbare’ afwerking wil maken. En dat doe je door met de naald een steek te ‘simuleren’. Op die manier heb je dus 2 vliegen in 1 klap: een mooie afwerking, én de extra steek die je nog nodig hebt om te zorgen dat je evenveel steken aan alle kanten hebt!
Ik laat je deze laatste handelingen nog even in de volgende foto’s zien.
Knip het garen af als je de laatste steek, steek 9, in hoek A hebt gemaakt, en haal het uiteinde van de draad direkt door de laatst gemaakte steek heen:
Neem een naald en haal het uiteinde van het garen er doorheen. Steek nu de naald door de V-vorm van het eerst gemaakte steekje heen. Dit was de allereerste vaste die ik met een steekmarkeerder had gemarkeerd. Nu zie je weer dat het zo handig is om dat te doen!
Steek nu de naald weer terug in het midden van de V-vorm van je laatst gemaakte haaksteek.
En voila! Je laatste steek is met de naald gemaakt. Je hebt nu aan elke zijde evenveel haaksteken!
Het resultaat
Dit is hoe het eindresultaat eruit ziet als het weefsel van het weefraam af is. Op de eerste foto heb ik het weefsel er nog even op laten liggen, om je te laten zien dat het weefsel inclusief rand wel kleiner is geworden dan dat het nog op het weefraam zat, maar niet heel veel. De gehaakte rand van vasten heeft voor extra hoogte gezorgd. Je ziet nu dus duidelijk in hoek A dat deze hoek ook kleiner is geworden, en waarom ik daar dus niet nog meer haaksteken in wilde maken. Hierna nog even wat detailfoto’s van de hoeken:
Het is misschien hier op de foto’s niet heel duidelijk te zien, maar de hoeken krullen een heel klein beetje naar binnen. Niet heel veel, dus als je meerdere lapjes aan elkaar bevestigt zal je dat niet echt merken, het zal niet opvallen. Maar kijk vooral even bij deze tutorial hier om te zien wat het effect is als je extra steken maakt.
Ik hoop dat dit weer een duidelijke tutorial was!