Trucje voor makkelijker werken
Soms kan het wat lastig zijn om zo’n randlusje op je haaknaald te krijgen. Wat ik dan soms doe, is mijn haaknaald, onder het spijkertje door, door de randlus te halen. Ik haal het garen dan ook gewoon eerst door naar beneden, en breng de haaknaald met de 2 lussen weer naar boven om de steek verder af te maken
Hoek B
Je bent nu bij het laatste spijkertje (nr 10 in de tekening) aanbeland. De laatste steek door randlus 9 is gemaakt, en nu moet er nog 1 halve vaste worden gemaakt, als je wilt dat je 10 steken op deze kant krijgt. En dat is precies wat we willen!
Omdat je in hoek B geen lusje hebt om omheen te haken, maak je daar een tijdelijk lusje door het uiteinde van het garen van het weefsel een stukje naar binnen in het weefsel te werken, om het spijkertje heen. Het maakt daarbij helemaal niet uit hoe je dat doet, want dit ga je later bij het afwerken er toch weer uithalen, het gaat er puur om dat je een lusje creëert waar je omheen kunt haken!
Maak nu een halve vaste in hoek B:
Dit is de eerste halve vaste in hoek B, en tegelijkertijd de laatste steek van deze kant.
Op deze foto kan je zien dat er op mijn weefraam 24 steken zijn gemaakt. Heb je een weefraam met 10 spijkertjes, dan zou je hier 10 steken zien. Je telt de steken door het aantal V-vormpjes te tellen. Op deze foto is de eerste steek van deze rand met een oranje steekmarkeerder gemarkeerd, de laatste steek met een gele steekmarkeerder.
Maak nu de tweede halve vaste in hoek B:
Markeer de eerste steek van deze kant met een steekmarkeerder:
Maak nu weer steken in elk volgend randlusje tot je vlak voor hoek C bent.
Ga naar de volgende pagina voor uitleg hoe je met de hoeken C en D om moet gaan.