Tutorial voor het opzetten voor de interwoven crochet versie
Het opzetten van de eerste toer is altijd ‘een dingetje’ zullen we maar zeggen. Als je dat voor het eerst doet en nog weinig of geen interwoven crochet ervaring hebt, dan kost dat behoorlijk wat moeite. Met onderstaande fototutorial moet het lukken! Maar wat heel belangrijk is, is het volgende: neem de tijd, ga op een goede plek zitten en zorg voor zo min mogelijk afleiding! Ik ben bijna 2 uur bezig geweest met toer 1a en 1b! Dus wees niet bevreesd als je lang bezig bent! Het zijn echt alleen deze 2 toeren die zoveel tijd kosten. Daarna is het vrij simpel.
Volg onderstaande stappen nauwgezet, dan gaat het gewoon in 1 keer goed. Beter wat meer tijd erin steken en in 1 keer goed, dan 5 keer uithalen!
Klik op de plaatjes om ze volledig en full size te zien!
Zet 241 steken op met kleur 1. Ik heb hier de lange draad methode gebruikt (zie de video van de HAL CAL 2018 bij de opzet).
Ik heb markeerders in steek 20, 40, 60, …, 180, 200 en 239(!!!!) gezet voor het tellen, maar die komen verderop ook van pas voor controle. Zie de oranje markeerder in de foto in steek 239. Dat is de plek waar het eerste stokje na de zijsteek gaat komen.
Maak 239 lossen met kleur 2. Ik heb markeerders geplaats om de steken te tellen in steek 40, 80, 120, enz. Laat die zitten, want die vormen later een controlepost.
Ik heb hier op het eind markeerders geplaatst in 2 kleuren! Dat is essentieel voor de ’truc’ om de opzet goed te kunnen maken. Er is een paarse markeerder in steek 237, een roze in 235, een paarse in 233, een roze in 231, enzovoort.
We gaan nu rij 1a en 1b om en om een stukje haken, zodat je twee rijen af hebt aan het eind. DIt heeft ook als voordeel dat je een soort check hebt of het goed gaat.
Ik heb hier de zijsteek gemaakt plus de tussenlosse. Ik gebruik de methode van 2 vasten op elkaar als eerste stokje, maar je kan ook 3 lossen maken. Natuurlijk komt de tussenlosse er nog bij.
De instructie voor rij 1a zegt dat je kleur 2 naar achter moet leggen. Dat zie je hier: het geel is achter kleur 1, het groen.
De instructies voor rij 1a zeggen dat je vervolgens 59x om en om achter en voor moet haken. Hier is het eerste stokje achter de gele ketting gemaakt. Zorg dat de paarse markeerder aan de voorkant ligt. Zorg er sowieso voor dat de gele ketting netjes blijft liggen, met de v-steekjes naar je toe en de markeerders aan de bovenkant! Dit is echt belangrijk!
Het volgende stokje moet nu aan de voorkant komen. Je ziet dat hier op de foto. Hier zie je ook dat de paarse markeerder voor het tweede hokje ligt! Vergeet de tussenlosse niet te maken!!! Dat herhaal ik hier verder niet, dus herinner jezelf even daaraan. Dit geldt ook voor kleur 2.
Het volgende stokje achter. Leg de roze markeerder aan de voorkant.
Het volgende stokje is weer voor. Ik geef direct toe, het is lastig om de paarse markeerder tijdens het haken van het ‘voor’-stokje meteen op de goede plek te hebben. Ik haak het stokje soms eerst, en breng de markeerder dan op de juiste plek. Je ziet hier dat de roze markeerder voor hokje 3 ligt, en de paarse markeerder voor hokje 4. En dat is iets wat je consequent moet gaan doen: een roze markeerder vlak na het stokje voor (voor een oneven hokje), de paarse markeerder altijd vlak voor het stokje voor (voor een even hokje).
Hier is weer een stokje achter. De roze markeerder ligt weer voor.
Nogmaals een stokje voor, en met de roze en paarse markeerder weer op de juiste plek, dus voor hokje 5 en 6. Stop nu met het haken met kleur 1. Zorg trouwens dat je nog een paar steekmarkeerders in de ketting hebt zitten, zodat je straks makkelijk kan zien waar je de volgende markeerders moet plaatsen.
De instructies voor toer 1b zegt dat alle steken aan de achterkant moeten worden gemaakt, dus dat is makkelijk.
Haak nu je eerste stokje in het geel. Je werkt nu dus aan de achterkant. Als dat niet het geval is, dan heb je bij de start de gele ketting niet aan de achterkant gelegd, dus dan moet je voorgaande even overnieuw doen. Hier zijn 3 lossen plus de tussenlosse gehaakt, en dit (start)stokje ligt dus achter hokje 1.
Maak nu een volgend stokje aan de achterkant. Pak daarvoor de lus op waar de eerste paarse markeerder zit. Je ziet hier dat het tweede stokje van de toer achter het 2e hokje valt.
Het volgende stokje wordt nu gemaakt in de lus bij de roze markeerder. Dit derde stokje valt achter het 3e hokje.
En weer een stokje bij de paarse markeerder.
Nogmaals een stokje bij een roze markeerder.
En nog eenmaal een stokje bij een paarse markeerder.
Ik vind het altijd fijn om de steken op zijn plek te houden. Hier heb ik de groene markeerder geplaatst net voor het groene stokje en na het laatste gele stokje.
Plaats weer markeerders in de ketting van kleur 2. Dus weer om en om in roze en paars met elke keer 1 steek ertussen. Nu zie je ook waarom het handig was om niet zover door te haken dat je alle eerder geplaatste markeerders hebt gebruikt bij het haken van het eerste stukje.
Haak nu weer om en om een stokje achter en voor met kleur 1. Plaats de markeerders weer op hun juiste plek, en houd weer nog een paar over markeerders over op de ketting.
En haak weer verder met kleur 2. Vergeet niet de tussenlossen te maken 🙂
En hier is het volgende stukje weer gedaan. Er is weer een extra markeerder (de blauwe) geplaatst om de steken op zijn plek te houden, en de volgende markeerders zijn weer in de ketting van kleur 2 geplaatst.
Een checkpoint: je hebt markeerders in de opzettoeren gezet om te tellen hoeveel steken je had. Als je nu de markeerders in je ketting van kleur 2 plaatst, en je hebt dat correct gedaan, dan zal je op zeker moment altijd 1 steek voor een markeerder die je voor het steken tellen hebt geplaatst uitkomen. Idem voor de plek waar je de stokjes maakt voor kleur 1. Je zult nooit een stokje hebben in een plek waar een tel-markeerder zit, maar altijd 1 steek daarvoor.
Bijna klaar. Je ziet dat de laatste paarse markeerder in de laatste steek van de ketting zit, dus je komt precies goed uit!
De laatste stokjes van kleur 1 zijn nu gemaakt. Raak niet in verwarring. De instructies voor toer 1a zeggen dat je eindigt met 1 stokje achter, maar nog wel gevolgd door een zijstokje. Dat zie je hier dan ook!
De laatste stokjes van kleur 2. De toeren 1a en 1b zijn nu gemaakt.
Veel plezier met het haken van de rest van de deken. Vanaf nu gaat het stukken sneller en gemakkelijker. Wel goed blijven tellen 🙂 .