Deze tutorial is in meerdere delen opgesplitst.
- pagina 1: introductie en uitleg, klik hier om naar de pagina te gaan
- pagina 2: fototutorial rij 1 en 2, dat is deze pagina
- pagina 3: fototutorial rij 3, klik hier om naar de pagina te gaan
- pagina 4: fototutorial rij 4, klik hier om naar de pagina te gaan
- pagina 5: fototutorial rijen 5 en 6, klik hier om naar de pagina te gaan
Het patroon
Klik hier om het patroon te downloaden
De foto tutorial
Ik ga je hierna per rij laten zien wat je moet doen. Houdt het patroon ernaast, zodat je het kunt volgen. Klik op elke foto of elk plaatje om het vergroot en in zijn geheel te zien. Ik heb hier alleen kleine ’thumbnails’ opgenomen om de laadtijd van deze pagina zo snel mogelijk te laten zijn. Vergeet niet dat de tutorial over meerdere pagina’s is verdeeld 🙂 .
Kijk voor een foto van het complete lapje inclusief de randen op de laatste pagina van de tutorial!
Rij 1, kleur 1: de opzet
Maak een opzet met 33 lossen. Als je later geen rand om een project wilt maken, maar de uiteinden van het garen als franje wilt gebruiken, houd dan rekening met de lengte van je gewenste franje als je het schuifknoopje maakt bij het begin van de opzet.
Haak losjes, zodat je werk niet krom gaat trekken. Maak daarna nog 1 keerlosse, omdat je hierna een toer met 33 vasten in de opzet gaat maken. De eerste vaste wordt gehaakt in de tweede lus vanaf de haaknaald (zie de pijl in de foto).
Dit is beide met kleur 1 en telt als toer 1. Ik haak de vasten gewoon in het bovenste lusje van een losse, maar als je dat wilt kan je ook in de achterste lus haken. Je kunt ook een ander methode van opzetten gebruiken, waarbij je tegelijkertijd de opzet met de vasten haakt.
Als je de eerste vaste hebt gemaakt, markeer deze steek dan met een markeerder. Hang de markeerder alleen aan het onderste/voorste lusje!
Maak nog 32 vasten, zodat je er in totaal 33 hebt.
Knip nu het garen af. Als je later geen rand om je project wilt maken, maar de uiteinden van het garen als franje wilt gebruiken, houd dan rekening met de lengte van je gewenste franje.
Normaal gesproken haal je het afgeknipte garen nu direkt door, maar om het garen een extra stevig knoopje te geven maak je nog 1 omslag en haal je dan pas het garen door. Trek het garen stevig aan. Dat zorgt er ook voor dat je dit in de volgende toer niet per ongeluk als een extra steekje ziet.
Rij 1 is nu klaar, maar we gaan even vooruit denken om te voorkomen dat we fouten maken als we weer met kleur 1 gaan werken in rij 3. Het is niet persé nodig om deze stap te doen, maar het kan je vooral bij lange toeren, zoals bij de HAL CAL 2020, helpen om fouten te voorkomen.
Kijk even naar het plaatje hier om te zien waar de stokjes van rij 3 gaan komen. Er komt er ook nog een aan het eind van de toer, maar die heb ik even weggelaten.
Je ziet dat er in de eerste steek een stokje moet gaan komen, daarna worden er 7 vasten gemaakt, dan komt er weer een stokje, dan weer 1 vaste en weer een stokje. Ik heb dat met de lichtblauwe ovaaltjes gemarkeerd.
We gaan nu in rij 1 markeerders plaatsen op de plekken waar de stokjes gaan komen. De eerste markeerder hadden we al geplaatst. We gaan nu 7 lusjes overslaan en plaatsen de volgende markeerder in de steek daarna. Hang de markeerder aan het onderste lusje!
Nu skip je een lusje, want er moet in rij 3 1 vaste worden gemaakt na het stokje. Hang de volgende markeerder aan het volgende lusje. Klik op het plaatje om het goed te zien.
Als je wilt kan je ook een markeerder aan de laatste steek hangen, maar die is niet moeilijk om te missen, dus ik heb dat niet gedaan 🙂 .
Rij 2, kleur 2
We gaan nu werken met kleur 2. We blijven werken aan de voorkant van het lapje! De geschreven instructies zeggen dat we 33 steken moeten maken. In de patroontekening zie je in rij 2 rechts het getal 33 staan. Ook al zie je in rij 2 vakjes met kleur 1 staan, dan moet je dat nu even negeren. Dat gaat in rij 3 goed komen, omdat we dan over toer 2 heen gaan werken met stokjes. Maar dat zie je zo in rij 3 🙂 .
We beginnen met een vaste in de eerste steek. Maak een schuifknoopje en zet die op je haaknaald.
Steek nu in, maar pak alleen het bovenste lusje op! Dit is essentieel om 2 redenen. Ten eerste is het om scheeftrekken te voorkomen nodig dat je alleen in de bovenste lus werkt. Ten tweede worden de onderste lusjes, of voorste lusjes, gebruikt om stokjes in te haken in een volgende toer.
Hier zie je dat de eerste vaste is gemaakt.
Maak nu nog 32 vasten, zodat je in totaal 33 vasten krijgt. Knip het garen weer af aan het eind en maak de extra doorhaling om het knoopje extra stevig te maken.
Als je naar de patroontekening kijkt zie je dat in rij 4 in de tweede steek een stokje gaat worden gemaakt. Bij deze eerste steek kan het makkelijk mis gaan in het begin, dus dat kan je voor het gemak alvast markeren.
Klik hier om naar de volgende pagina van de tutorial te gaan.