Pagina’s van deze tutorial
Ik heb de tutorial over meerdere pagina’s verdeeld.
- Introductie en toer 0 en rij 1: klik hier om naar de pagina te gaan
- Rij 2: dat is deze pagina
- Rij 3: klik hier om naar de pagina te gaan
- Rij 4: klik hier om naar de pagina te gaan
- Rij 5: klik hier om naar de pagina te gaan
- Rijen 6 en 7: klik hier om naar de pagina te gaan
- Patroonbeschrijving en foto’s laatste rijen: klik hier om naar de pagina te gaan
- Tips en trucs: klik hier om naar de pagina te gaan
- Blokken aan elkaar maken: klik hier om naar de pagina te gaan
Belangrijk voor de volgende toeren
Bij regulier interwoven crochet keer je het werk elke keer als je zowel met kleur 1 als kleur 2 een toer aan dezelfde kant van het werk hebt gedaan. Dit zorgt ervoor dat je werk niet scheef trekt. In deze methode doe je dat niet. We blijven voortdurend aan de voorkant haken. Daarvoor moet je dus wel iets doen om te zorgen dat het werk niet scheef gaat lopen!
Tip: Plaats een markeerder of draadje aan de voorkant van je werk, dan weet je altijd zeker dat je aan de goede kant werkt.
Bij het haken in de top van een stokje van een voorgaande toer van dezelfde kleur, werk je nu niet zoals gewoonlijk alleen onder de 2 lusjes (het v-vormpje) van de top van het stokje, maar je steek echt in in de top van het stokje.
In deze foto heb ik het proberen duidelijk te maken wat ik bedoel. Je ziet de 2 getekende gele ‘lusjes’. Dat is het v-vormpje dat bij het stokje hoort. Gewoonlijk steek je dus in bij de rode pijlen, zodat je de 2 lusjes van het v-vormpje op je haaknaald hebt staan. Je ziet dat die een beetje rechts van het stokje ligt, en dat is ook de reden dat het scheef zou kunnen trekken als je daar rij na rij in zou blijven werken.
Ik heb bij het linker stokje de bovenkant wat uit elkaar getrokken. Klik eventueel even op het plaatje om het full size te zien. Als je nu insteekt in het gaatje waar het groene pijltje naar wijst, dan komen de stokjes mooi recht boven elkaar te liggen.
Het voelt soms een beetje onwennig, en in het begin is het echt een beetje mikken, maar je zult merken dat het snel went.
Rij 2 (kleur 2, geel)
Patroonbeschrijving uitgebreid:
- hoekstokje achter (3 lossen) + 1 tussenlosse
- kleur 1 achter
- stokje achter
- 4 hoeklossen
- herhaal 3 keer:
- stokje achter + 1 tussenlosse
- stokje achter
- 4 hoeklossen
- sluit toer met halve vaste
Patroonbeschrijving beknopt: kleur 1 achter, *(a 2x, h)* 4x
Kijk ook op de tips en trucs pagina waar ik laat zien hoe je steekmarkeerders in de hoeken gebruikt, om je te helpen makkelijker door dit deel te gaan. Ik laat ook in de video zien hoe dit je kan helpen!
Dit is een grafische weergave van hoe de rijen 0, 1 en 2 er samen uit gaan zien. Klik weer even op het plaatje voor een vergroting. Je kunt al zien dat alle stokjes achter de groene rand vallen, dus alle stokjes zullen aan de achterkant worden gehaakt.
Hier zie je de volgende rij met gebruik van haaksymbolen.
Je begint bij 1 en 2. Deze 4 lossen (stap 1 en 2) hebben we al gedaan, toen we moesten uitdokteren waar we kleur 2 moesten plaatsen. Dit zijn dus de eerste 3 lossen die het eerste stokje vormen, plus de losse om er een vierkant hokje van te maken. Bovendien ligt het stokje al aan de achterkant, omdat we bij het sluiten van toer 1 ervoor hebben gezorgd dat de lichte draad aan de achterkant van het werk lag.
Dit eerste stokje is een hoekstokje van de rechter bovenhoek, zoals je in het plaatje kan zien.
Om te onthouden: je begint met kleur 2 altijd bij een stokje rechts van het midden
Voordat je nu het volgende stokje gaat maken moet je eerst kijken waar je de draad van kleur 1 (het groen) moet leggen. Daarvoor zou je al de 4 lossen van kleur 1 kunnen haken, maar ik haal vaak de lus gewoon wat omhoog.
Eigenlijk is de regel dat iedere keer dat je de start van een volgende toer van de andere kleur kruist, je moet kijken waar je de draad van die kleur moet leggen, en daar heb je altijd alvast het plaatje van de volgende toer van de andere kleur nodig, tenzij je gewoon geschreven instructies volgt die je precies vertellen wat je moet doen.
Hier ga je dus met kleur 2 (het geel) de start van de volgende toer van kleur 1 (het groen) kruisen. Op het plaatje hiernaast heb ik in het oranje de volgende toer gemarkeerd. De eerste steek die straks in het groen moet gaan worden gemaakt is die bij de pijl. Je ziet dat het groen achter het geel valt die je nu gaat haken. Dat betekent dat we nu de draad van het groen aan de achterkant kunnen plaatsen.
Het volgende stokje (stap 3) dat je gaat haken wordt je eerste hoekstokje van de linker bovenhoek. Deze maak je in de opening van de middencirkel, maar je werkt achterlangs en door de opening van het hokje linksboven heen.
Dit is de manier van haken van interwoven crochet, dus als je niet weet hoe je dit moet doen, leer dit dan eerst.
Je hebt nu trouwens een ’tussenhokje’ gemaakt, de middelste van de 3 aan de bovenrand in de patroontekening. Zie je ook hoe de groene draad achter de bovenkant van dit hokje valt?
Haak 4 lossen (stap 4 en 5), draai je lapje een kwartslag naar rechts, en haak nog een stokje in de middencirkel (stap 6), door dezelfde opening heen als waar je het vorige stokje hebt gehaakt. Doe dit weer achterlangs.
Deze hoek is nu afgerond.
Ik heb hier nog even iets meer ingezoomd, zodat je in de hoek goed kunt zien hoe de stokjes aan de achterkant van hetzelfde groene filethokje zijn gehaakt.
Haak nu 1 losse en het volgende stokje in de volgende hoek, om het middelste filethokje van deze zijde te maken. Haak het stokje weer achterlangs en in de opening van het middenhokje van kleur 2.
Herhaal het maken van de hoeken en het tussenhokje tot je weer bij de beginhoek bent gekomen.
Volgende zijde.
In de laatste hoek maak je weer 4 lossen en je sluit de toer met een halve vaste in de 3e losse van het beginstokje.
Je kruist nu niet de andere kleur, dus je hoeft je nu geen zorgen te maken over kleur 1 (groen). Dat hebben we al aan het begin van de toer gedaan.