Inleiding
Deze steek is een soort patentsteek en is onder diverse namen bekend. De Bijencellensteek is de meest gebruikte naam. Het is een steek die als het ware 2 laagjes creëert. Dit geeft het diepte en warmte, maar zorgt tegelijkertijd voor een souplesse die heel fijn is in het dragen. De achterkant van de steek lijkt heel erg op een ribbelsteek.
Er zijn 2 manieren om deze steek te maken. De ene methode is door het maken van omslagen, de andere methode is door het een toer dieper insteken, de zogenaamde dubbele steek. Mijn voorkeur gaat uit naar de versie met de omslagen, omdat ik dan beter kan zien waar en hoe ik moet breien. De methode met gebruik van de dubbele steek wordt op de pagina hier getoond.
Ik zal ook een voorbeeld geven van een zijrand die hier prachtig bij is. Ik heb die rand ook gebruikt in de sjaal die je hier ziet. Bij de uitleg van de steek zal ik ook het patroon van de sjaal gebruiken.
De video’s
Van beide methodes heb ik video’s gemaakt. Hier de video’s met de methode met de omslagen (zie verder na de videolinks voor de geschreven tutorial):
Afkortingen
Om de rest van het patroon wat makkelijker te lezen te maken, zal ik een aantal afkortingen gebruiken.
➡ AAO: averecht afhalen met de draad voor het werk samen met het maken van een omslag
- Breng de draad naar de voorkant van je werk
- Haal de volgende steek averecht af
- Breng de draad weer naar achteren, maar óver de naald heen, zodat je een omslag creëert!
➡ AAA : de steek, of eigenlijk de omslag, averecht afhalen met de draad achter het werk.
➡ RSMO : de steek recht breien samen met de bijbehorende omslag.
Symbolen voor patroontekeningen
Lees voor je begint eerste de uitleg van de gebruikte symbolen voor de patroontekeningen.
Recht aan de voorkant van het werk .
Het symbool voor averecht, maar let op: deze wordt recht gebreid aan de achterkant van het werk!
Averecht afhalen met de draad aan de voorkant van je werk. In dit geval betekent dat, dat je zowel aan de voorkant als aan de achterkant van het werk je draad naar voren toe haalt, dus naar de kant waar je op dat moment tegenaan kijkt. Ik heb voor beide zijden van het werk hetzelfde symbool gebruikt.
AAA: Averecht afhalen met de draad aan de achterkant van je werk. In dit geval betekent dat, dat je zowel aan de voorkant als aan de achterkant van het werk je draad naar achter toe brengt, dus naar de kant waar je op dat moment níet tegenaan kijkt. Ik heb voor beide zijden van het werk hetzelfde symbool gebruikt.
AAO: averecht afhalen met de draad voor het werk samen met het maken van een omslag.
RSMO: de steek recht breien samen met de bijbehorende omslag..
De opzet
Voor het maken van deze steek heb je een even aantal steken nodig, naast de randsteken die je gaat gebruiken. In mijn sjaal heb ik aan beide zijden 3 steken voor de randsteken gebruikt en 22 steken voor het bijencelmotief, dus in totaal 28 steken.
Gebruik voor de opzet een manier van opzetten die flexibel is en gebruik daarbij dikkere naalden. Ik heb de sjaal met naald 8 mm gebreid, maar voor de opzet heb ik naald 10 mm gebruikt. Voor de opzet heb ik een gebreide opzet gebruikt, ook wel de cable cast on genoemd. Je kunt hem op deze pagina hier vinden, met een video. Het fijne van deze opzet is dat je van tevoren niet hoeft te bepalen hoeveel garen je nodig hebt voor de opzet. Deze opzet wordt overigens ook in de video van deze steek getoond.
Het maken van de zijkanten
Ik beschrijf hier eenmalig hoe je de zijranden maakt. In de rest van het patroon zal ik alleen refereren naar de zijrand.
➡ Voorkant, zowel aan het begin als het eind van de toer over 3 steken: 1 recht, draad naar voren, volgende steek averecht afhalen, draad weer naar achteren, volgende steek recht breien.
➡ Achterkant, zowel aan het begin als het eind van de toer over 3 steken: draad naar voren, 1 steek averecht afhalen, draad weer naar achteren, 1 recht, draad naar voren, 1 steek averecht afhalen.
Let op! Als je de draad weer naar achteren brengt, doe dat in dit geval dan NIET over de naald heen, maar gewoon onder de naald, tussen de gemaakte steek en de volgende steek in. Voor de randsteek is het NIET de bedoeling dat je een omslag krijgt, dus raak niet in de war met de rest van het bijencellenpatroon!
Je kunt ook voor een andere kantsteek kiezen. Vervang dit dan in het onderstaande patroon.
Patroon
Starttoer (eenmalig), achterkant
➡ Zijrand
➡ De steek: (1 recht, 1 AAO) * herhaal dit 11 keer
Let hier even op. Je eindigt je bijencelsteek met een omslag waarbij je de draad naar achter brengt, zodat je een omslag krijgt. Je volgende steek voor de rand begint met een steek die je averecht moet afhalen met de draad voor je werk. Dus je draad gaat eerst naar achteren om de omslag voor je bijencelsteek te maken, dan breng je de draad weer naar voren onder de naald door voor het maken van je zijrand.
➡ Zijrand
Toer 1, voorkant
➡ Zijrand
➡ De steek: 1 recht, (1 AAA, 2 recht) * herhaal dit 10 keer, 1 AAA, 1 recht
Let op! De 1e rechte steek die je hier maakt in deze toer, is ín de rechte steek van de vorige toer, dus niet de omslag recht breien! De omslag ligt vaak iets vóór de rechte steek, wat een beetje verwarrend kan zijn. Ik besteed hier duidelijk aandacht aan in de video, dus kijk daar even wat ik bedoel als deze omschrijving je niet helemaal duidelijk is.
➡ Zijrand
Toer 2, achterkant
Als je goed kijkt naar de steken op je naald (voordat je aan deze toer begint), dan zie je eigenlijk al dat er steken ‘alleen’ zijn, en steken met een omslag erbij. In deze toer ga je omslagen creëeren bij de steken die eenzaam en alleen zijn, je geeft ze een maatje, en je gaat de steken die al een omslag hebben voor eeuwig met elkaar verenigen door ze samen te voegen. Zo onthoud ik het altijd 🙂 .
➡ Zijrand
➡ De steek: (1 AAO, 1 RSMO) * herhaal dit 11 keer
➡ Zijrand
Toer 3, voorkant
➡ Zijrand
➡ De steek: (2 recht, 1 AAA, ) * herhaal dit 11 keer
➡ Zijrand
Toer 4, achterkant
➡ Zijrand
➡ De steek: (1 RSMO, 1 AAO ) * herhaal dit 11 keer
➡ Zijrand
Herhaal de toeren 1 tot en met 4 tot de gewenste lengte van de sjaal. Eindig met een toer aan de achterkant.
Afkanten
Doe het afkanten altijd aan de voorkant van het werk. Gebruik ook hier weer een dikkere naald voor, zodat je rand flexibel blijft. Brei elke steek recht, en haal de voorgaande steek over de volgende steek heen. Als je een rechte steek met een omslag tegenkomt, brei deze dan recht samen. Als je laatste toer toer 2 is geweest, dan zal je pas bij de 5e steek samenbreien met een omslag. Het afkanten wordt eveneens in de video getoond.