Deze tutorial is in meerdere delen opgesplitst.
- pagina 1: introductie en uitleg, dat is deze pagina
- pagina 2: fototutorial rij 1 en 2, klik hier om naar de pagina te gaan
- pagina 3: fototutorial rij 3, klik hier om naar de pagina te gaan
- pagina 4: fototutorial rij 4, klik hier om naar de pagina te gaan
- pagina 5: fototutorial rijen 5 en 6, klik hier om naar de pagina te gaan
Wat is mozaïek haakwerk?
Met mozaïek haakwerk haak je (in principe) met twee kleuren garen, zonder dat je in een toer van kleur hoeft te wisselen. Voor de meeste patronen kies je garen die een goed contrast hebben, zodat het patroon het best tot zijn recht komt. Je werkt vanaf een patroontekening of vanaf een geschreven instructie. Als je de geschreven instructies gebruikt kan je de patroontekening als referentie gebruiken om te zien of je geen fouten hebt gemaakt.
Bij deze methode knip je na elke toer het garen af, vandaar dat ik dit de ‘knip-methode noem. Er zijn ook andere methodes die als mozaïek haakwerk worden aangeduid.
Mozaïek haakwerk is eigenlijk vrij simpel. Je moet een opzet met lossen kunnen maken en je moet vasten en stokjes weten te maken. Het is eerlijk gezegd ook iets simpeler dan interwoven crochet, ook een vorm van mozaïek haakwerk, alhoewel ook dat niet moeilijk is als je dat eenmaal doorhebt. Je werkt om en om met de kleuren, dus een toer met kleur 1, een toer met kleur 2, een toer met kleur 1, enzovoort. De vasten worden altijd gemaakt in de vorige toer, dus in de toer met de andere kleur dan waarmee je werkt. Daarbij werk je altijd in de bovenste lus, dus niet zoals bij ‘gewoon’ haakwerk onder twee lusjes van een steek. Je gaat de onderste lus namelijk later gebruiken. De stokjes maak je in de vorige toer van dezelfde kleur waarmee je werkt. Daarbij steek je in in de voorste lus. En je werkt altijd aan de voorkant van het werk. Maar dat ga ik je allemaal laten zien bij de hierna volgende fototutorial!
Het patroon
Klik hier om het patroon te downloaden
De video
Ik heb ook video’s gemaakt met de instructies voor het proeflapje dat ik hier ga maken. Klik hier op deze link en op deze link of kijk onder aan de pagina.
Terminologie
Bij mozaïek haakwerk (bij mijn patronen die afgeleid zijn van interwoven crochet patronen) zien de geschreven instructies er iets anders uit dan je bent gewend, maar het is eigenlijk vrij simpel! De methode die ik heb ontwikkeld maakt de instructies korter en beter leesbaar, wat de snelheid van het werken flink omhoog schroeft! En dat is natuurlijk heel fijn bij grote patronen zonder veel herhalingen.
Waar het op neerkomt is dat ik alle instructies voor de stokjes heb weggelaten, met uitzondering van een stokje aan het begin van een toer en een stokje aan het eind van een toer. Na elke reeks vasten volgt er namelijk altijd 1 stokje, met uitzondering van de laatste reeks.
Ik leg hierna de voorbeelden uit, maar ze komen ook nog langs bij de foto’s.
Voorbeeld 1
Een voorbeeld is deze: smst || 7x || 1x || 21x || emst. Cryptisch? 🙂 🙂 🙂 Niet echt als je weet wat dit betekent!
smst = start met stokje, emst = eindig met stokje.
- 7x betekent dat je 7 vasten haakt, gevolgd door een stokje.
- 1x betekent dat je 1 vaste haakt, gevolgd door een stokje.
- 21x betekent dat je 21 vasten haakt.
Waarom zeg ik bij deze laatste niet dat het moet worden gevolgd door een stokje? Omdat dit de regel is:
Elke toer begint en eindigt met een vaste, tenzij het expliciet wordt vermeld dat je een stokje moet maken!
Je ziet dat de instructies voor deze toer eindigt met emst. Dus na de 21 vasten komt er nog wel degelijk een stokje. Het lijkt nu misschien dubbelop, maar je zult bij het volgende voorbeeld zien dat er wel degelijk een reden voor is om het zo te noteren!
Ter vergelijking de volledig uitgeschreven instructies: st 1x, v 7x, st 1x, v 1x, st 1x, v 21x, st 1x (st = stokje, v = vaste)
Voorbeeld 2
Bij het volgende voorbeeld zie je ook herhalingen.
*(1x)* 3x || *(3x)* 2x || *(1x)* 5x || 3x || *(1x)* 3x
- We beginnen deze toer met *(1x)* 3x. Je herhaalt het stukje tussen de sterretjes 3 keer. In dit geval is het elke keer 1 vaste, gevolgd door een stokje. Maw, 1 vaste, 1 stokje, 1 vaste, 1 stokje, 1 vaste, 1 stokje.
- *(3x)* 2x: Ook hier herhaal je wat tussen de sterretjes staat, dus 2 maal 3 vasten gevolgd door een stokje. Maw: 3 vasten, 1 stokje, 3 vasten, 1 stokje.
- *(1x)* 5x is hetzelfde is het begin van de toer, maar nu herhaal je 5 maal een vaste plus een stokje.
- 3x: dit is simpelweg 3 vasten gevolgd door een stokje.
- *(1x)* 3x: hetzelfde als het begin van de toer, maar na de laatste vaste GEEN STOKJE!!!! Herinner je de regel: elke toer begint en eindigt met een vaste, tenzij het expliciet wordt vermeld dat je een stokje moet maken! En in dit geval wordt dit niet vermeld, dus maken we hem ook niet 🙂 .
Ter vergelijking de volledig uitgeschreven instructies: *(v 1x, st 1x)* 3x, *(v 3x, st 1x)* 2x, *(v 1x, st 1x)* 5x, v 3x, *(st 1x, v 1x)* 3x
Uitleg van de patroontekening
Het kan zijn dat je een patroontekening fijner vindt om mee te werken. In de patroontekeningen die ik maak voor mozaïek haakwerk, help ik je op 2 manieren om te voorkomen dat je fouten maakt en ik zorg ervoor dat je minder hoeft te tellen.
Klik op het plaatje om hem volledig te zien.
Ten eerste zie je links en rechts een kolom met de rijnummers en de kleuren waarmee je gaat haken. Je kan natuurlijk je eigen kleuren kiezen.
Helemaal onderop bij rij 1 zie je rechts het getal 33 staan. Dat betekent dat je eerst 33 lossen opzet. Daarna maak je nog 1 keerlosse en maak je 33 vasten in de opzetrij. De eerste vaste haak je in de 2e lus vanaf de haaknaald. Dit doe je beide met kleur 1, in dit geval het donkerroze. Dit telt samen als toer 1!
In de tweede rij ga je haken met kleur 2. Ook hier zie je rechts het getal 33. Dit betekent dat je 33 vasten gaat haken. In eerste instantie is het verwarrend dat je in die toer ook vakjes met kleur 1 ziet, zoals aan het begin en het eind van de toer, en bij het eerste kruisje, maar dat wordt allemaal duidelijk bij de fototutorial.
In rij 3 ga je weer haken met kleur 1. In deze rij zie je pijltjes naar beneden wijzen. Dat betekent dat op die plek een stokje wordt gehaakt. Je ziet vlak na het pijltje aan de rechterkant (je leest het patroon van rechts naar links!) het getal 7 staan. Dat betekent dat je 7 vasten haakt in kleur 1. Op deze manier hoef je bij lange lengtes niet het aantal steken te tellen.
Klik hier om naar de volgende pagina van de tutorial te gaan.