Op deze pagina’s laat ik je de stappen van het gebalanceerd mozaïek breiwerk zien aan de hand van de patronen die op pagina met de uitleg staan (klik hier). Download ze beide: zowel de ‘ingekorte’ volledige versie als het deelpatroon met de reguliere breisymbolen. Lees ook de instructies van de breisymbolen goed en let goed op het verschil tussen voorkant, achterkant en werkkant!
Klik bij de onderstaande tutorial op de kleine plaatjes om ze volledig te zien.
- De opzet en rij 1: klik hier om naar de pagina te gaan
- Rij 2: dat is deze pagina
- Rij 3 en 4: klik hier om naar de pagina te gaan
De video’s
Ik heb voor deze tutorial ook video’s gemaakt. Klik hier voor de link voor de volledige afspeellijst of kijk onderaan deze pagina.
Rij 2
In deze rij komt voor het eerst het ‘echte’ patroon aan bod. In rij 1 hebben we alleen een rand gebreid in 1 kleur, nu komt er afwisseling in de kleur in.
Hier zie je het patroon van rij 2 met de breisymbolen. We gaan met de lichte kleur (kleur 2) breien, dat kan je ook zien aan de zijkant waar de ‘2’ in een grijs vakje staat. Je ziet ook dat de steken in de donkere kleur (kleur 1) allemaal averecht worden afgehaald met de draad aan de achterkant van het werk. Het is telkens maar 1 afhaling.
Hier zie je het patroon van rij 2 in de ingekorte versie. Je ziet dat de rij maar 1 keer is getekend. Ook hier geldt weer dat als je de regels van het gebalanceerd mozaïek breiwerk volgt, je hier voldoende aan hebt.
Rij 2, heengaande toer
De eerste steek wordt afgehaald met de draad aan de achterkant van het werk (foto 1), net als de beginsteek van de heengaande toer van rij 1. Je ziet dat dit dus de voorgaande kleur nog is van de vorige toer. Dit kan verwarrend werken, dus onthoudt dat dit gewoon komt omdat je de steek nog niet breit met de nieuwe kleur.
De tweede steek wordt nu recht gebreid met de lichte kleur. Omdat de nieuwe kleur nu pas is aangehecht is er nog geen sprake van een kleurwisseling. Ik laat dat zien bij de foto’s van rij 3 en 4.
De volgende steek in het patroon is in kleur 1, dus die halen we, omdat we met kleur 2 breien, averecht af met de draad aan de achterkant (verkeerde kant) van het werk. Omdat deze steek niet wordt gebreid, vormt de lus van deze steek een ‘rechtopstaand lijntje’ van het patroon. Het lusje van de werkdraad loopt er achterlangs, uit het zicht van het patroon aan de goede kant. Er is bij dit soort patronen die ook voor interwoven crochet geschikt zijn altijd maar 1 steek die afgehaald wordt trouwens.
Hierna moeten 7 lichte steken recht worden gebreid. En hier zie je het gemak van de ‘ingekorte’ versie van het patroon: er staat direkt aan het begin een 7. Dat scheelt een heleboel telwerk, en het voorkomt dat je fouten maakt. De snelheid van het werken schiet omhoog met deze patroontekeningen.
De afhalingen worden niet van een nummer voorzien, omdat het er altijd maar 1 is, maar de te breien steken zijn altijd van een nummer voorzien, ook al is het er maar 1.
Op foto 2 zijn de 7 steken gebreid.
De volgende steek is weer een afhaling van een steek in kleur 1 (foto 1). De volgende steek wordt weer recht gebreid (foto 2).
Ga zo door met het patroon.
Op foto 1 zie je dat de laatste patroonsteken zijn gebreid, eindigend met een afhaling van kleur 1. Daarna worden de laatste 2 randsteken weer in de lichte kleur recht gebreid.
Rij 2, teruggaande toer
Hier worden de eerste 2 randsteken weer gebreid zoals standaard: je begint met een averecht afgehaalde steek met de draad aan de achterkant (verkeerde kant) van het werk. In dit geval is dat dus weer naar de kant waar je aan werkt (foto 1). Daarna breng je de draad weer naar de voorkant van het werk (foto 2) en je haalt de 2e steek averecht af met de draad aan de voorkant (goede kant) van het werk (foto 3).
Je hebt nu voor deze teruggaande toer eigenlijk het patroon niet nodig. Je kunt namelijk gewoon kijken naar de kleur van de steken op je linkernaald. Je werkdraad is in kleur 2. Je moet nu alle steken van kleur 1 weer afhalen, met de draad aan de achterkant (de verkeerde kant) van het werk. Daardoor blijft het ‘rechtopstaande lijntje’ van het patroon intact, want de lus van de afhaling is uit het zicht.
Voor de steken in de kleur van je werkdraad geldt het volgende: als het 1 steek is, dan brei je die. Zijn het er meer, dan begin je altijd met een steek te breien, de volgende steek haal je averecht af met de draad aan de goede(!) kant van het werk, de volgende brei je weer. Zijn het meer dan 3 steken dan herhaal je breien-afhalen-breien-afhalen-breien enzovoort. Je begint en eindigt altijd met een breisteek! Als je eindigt met een afhaling weet je zeker dat je ergens een fout hebt gemaakt. Het zijn namelijk altijd een oneven aantal steken op een rij!
Verder met de foto’s.
Breng de draad weer naar voren naar de achterkant van het werk (foto 1). Haal de volgende steek af (foto 2).
Breng de draad weer naar voren (foto 1). Je ziet hier dat er meerdere steken in kleur 2 moeten worden gedaan (foto 2). De eerstvolgende steek is altijd een recht gebreide steek (foto 3). De steek daarna wordt afgehaald met de draad aan de goede kant van het werk (foto 4). De steek daarna wordt weer gebreid (foto 5). De volgende wordt afgehaald (foto 6). Ga zo door. De laatste steek van de set wordt recht gebreid (foto 7).
Hierna is er weer een steek op de linkernaald in kleur 1, die weer moet worden afgehaald met de draad aan de verkeerde kant van het werk. Dus breng het garen weer naar voren naar de achterkant van het werk (foto 1), en haal de steek averecht af (foto 2). Ga zo door tot je bijna bij het eind bent.
Hier zie je op foto 1 dat de laatste patroonsteek voor de 2 laatste randsteken is afgehaald en dat de werkdraad naar de voorkant van het werk is gebracht. De eerste van de twee laatste randsteken wordt nu niet(!!!) gebreid, maar averecht afgehaald (foto 2). Je hebt nu dus 2 steken achter elkaar die zijn afgehaald. Het maakt niet uit wat je doet met de steek vóór de eerste van de laatste 2 randsteken, de eerste randsteek wordt ALTIJD(!) afgehaald.
Op foto 3 wordt de draad weer naar voren gehaald naar de achterkant van het werk en de laatste steek wordt averecht gebreid (foto 4).
Rij 3 en 4
Eigenlijk weet je nu zo’n beetje alles wat je over de techniek moet weten, maar op de volgende pagina herhaal ik het nog 1 keer met kleur 1 als werkdraad en een stukje met kleur 2 als werkdraad. omdat in de eerste toer van kleur 1 geen patroon zat. En bovendien wil ik laten zien hoe de kleurwisseling aan de rand werkt. Dus ga door naar de volgende pagina (klik hier).