Waarom deze special

Deze special is speciaal gericht op het ‘lezen’ van de patroontekeningen voor interwoven of locking crochet. Bij de facebookgroepen van de Hooked and Locked CAL was er behoefte om toch wat meer in te gaan op hoe dat nu precies gaat. Tijdens de filmpjes en ook hier op de website is er wel aandacht aan besteed, maar de aandacht voor het haken, vooral bij het begin, leidde toch teveel af. Natuurlijk zijn er ook de geschreven versies van het patroon, maar voor degenen die meer visueel gericht zijn ga ik er in deze special wat dieper op in.

Video

De video over dit onderwerp kan je hier zien. Of kijk aan het eind van deze pagina.

Aanpassen van het patroon

Deze special is ook handig voor het aanpassen van het patroon. De wens is ook een aantal maal geuit om het patroon te verbreden of te versmallen. Daar ga ik nog een aparte special voor maken.

Belangrijk

Let op, dit is een cursus, dus neem je tijd om het te begrijpen.

Belangrijk: klik op de plaatjes die je hieronder ziet om het gehele plaatje te zien. Dat heb je nodig bij de uitleg!

Die kan je dan opslaan op je computer om uit te vergroten.

Hoe je moet haken wordt hier niet herhaald. Kijk daarvoor naar de tutorials bij het proeflapje (klik hier) en bij de start van de deken (klik hier). Hier focus ik puur op het patroontekeningen lezen.

2 Patronen

Patroon voorkant
Patroon voorkant
Patroon achterkant
Patroon achterkant

Klik op de plaatjes om ze te downloaden voor het volledige beeld en print ze eventueel uit.

Van de patroontekeningen heb je 2 versies:  een voor de voorkant en een voor de achterkant. Wat belangrijk is om te onthouden, is dat je de tekening van de voorkant gebruikt voor de oneven rijen, de tekening van de achterkant gebruik je voor de even rijen. In de tekeningen heb ik dat omcirkeld met de groene rondjes.


2 Kleuren

Het patroon geeft 2 kleuren aan. Kleur 1, die het hele patroon omrandt, en kleur 2 die het ‘binnengedeelte’ vormt. Aan weerszijden van het patroon zie je 2 kolommen met de rijnummers. De nummers aan de binnenkant zijn voor kleur 1, de a-toeren. In dit geval is dat blauw. De nummers aan de buitenkant zijn voor kleur 2, de b-toeren. In dit geval is dat grijs.

De eerste opzetrijen: rijen 0a en 0b

Je ziet aan de onderkant van dit patroon dat er voor kleur 1 24 hokjes moeten worden gemaakt. Dat betekent dat (24×2)+1 = 49 steken moet opzetten. Hierbij zijn NIET(!) de steken meegeteld die je als 1e stokje gaat maken voor rij 1a. 

Voor kleur 2 moeten er 23 hokjes worden gemaakt. Dat betekent dat (23×2)+1 = 47 steken moet opzetten. Ook hierbij zijn NIET(!) de steken meegeteld die je als 1e stokje gaat maken voor rij 1b.

De hokjes in het patroon

Hokjes van rij 1a
Hokjes van rij 1a

Klik op het plaatje om het te downloaden voor het volledige beeld en print het eventueel uit. Het is hier in het blauw en roze, dat is even wat makkelijker te zien voor dit onderdeel.

In de patroontekeningen zie je de hokjes die je moet haken niet meer goed terug. Het is ook niet heel erg belangrijk, maar toch kan je ze identificeren. In dit patroondeel zie je dat roze kleur 1 is. Als je de puntjes horizontaal met elkaar verbindt in de onderste rij en in de rij waar de blauwe 1 voor staat, dan heb je de onderkant en bovenkant van elk hokje. De onderste rij is hier natuurlijk de opzetrij. De bovenste rij is de bovenrand van je te haken toer 1a.

Wat hierbij misschien verwarrend is, is dat je dan al stukken van de volgende toer eroverheen getekend ziet. De bovenrand is in de tekening niet een volledige roze rij, terwijl als je toer 1a in het roze zou hebben gehaakt, je wel degelijk een volledig roze bovenrand zou hebben. Dat kan soms heel verwarrend werken, negeer dat gewoon.

Als je de puntjes in deze rijen verticaal met elkaar verbindt, krijg je de stokjes van toer 1a te zien. Je hebt dan in deze tekening 20 hokjes, met 21 stokjes. De eerste en laatste steek is altijd een zijsteek. Deze valt niet voor of achter, maar gewoon aan de zijkant van je werkstuk. Ik noem vooral het laatste stokje van een a-toer in mijn geschreven patroon wel eens voor of achter, gewoon omdat dat in een korte beschrijving van een herhaling mooi uitkomt, maar het is dus gewoon een randsteek.


Hokjes van rij 1b
Hokjes van rij 1b

Hier zie je hetzelfde voor rij 1b. Je verbindt horizontaal de puntjes die van de rijen waar de roze 1 en de roze 2 voor staat, dus de rijen onder en boven waar de de blauwe 1 voor staat.  Als je nu de puntjes in deze rijen verticaal verbindt, krijg je de stokjes van toer 1b te zien. Je hebt dan in deze tekening 19 hokjes, met 20 stokjes. Dat klopt, omdat de binnenkant altijd 1 hokje minder heeft dan de buitenkant. Voor b-toeren is de plaatsing van het eerste en laatste stokje altijd van belang bij het haken, voor of achter, in tegenstelling tot het eerste en laatste stokje van een a-toer.

Ook hier zie je dat de bovenrand niet helemaal doorlopend blauw is, omdat de stokjes van de volgende rij al daarin getekend zijn. 


Waar je op moet focussen

Focus op rij 1a
Focus op rij 1a

Voor een a-toer

De boven- en onderrand van een gehaakte toer zijn eigenlijk niet zo heel erg van belang. Waar het om gaat bij interwoven crochet, is of het spijltje van een stokje aan de voorkant of aan de achterkant valt van een voorgaande toer in de andere kleur. In het plaatje hiervoor heb ik de 1 in het roze vakje helemaal rechts omcirkeld. Als je het patroon zou moeten gaan uitschrijven voor deze toer 1a (want het gaat over kleur 1), dan moet je dus kijken naar de ‘spijltjes’. Ik heb dat met rondjes gemarkeerd. Roze betekent dan dat een steek voor ligt, blauw betekent dat een steek achter ligt.


Focus op rij 1b
Focus op rij 1b

Voor een b-toer

In dit plaatje voor de b-toer zie je dat de focus op blauw ligt. In deze tekening zijn de hokjes en hun spijltjes niet getekend. Je hoeft alleen maar te kijken naar de rij waar de 1 in het blauw voor staat. Dit betekent dat overal waar een cirkeltje in het blauw is, dat dat een stokje is die voor ligt. Roze is in dit geval achter. Omgekeerd dus aan de a-toer.


De oneven rijen uitgeschreven

Kijk weer naar het plaatje van de voorkant in het blauw en grijs. Ik heb hier de rijen 7a, 7b, 9a en 9b in uitgewerkt. 

Toer 7a

Kijk naar de rij waar de blauwe 7 voor staat. Dit is een a-toer, want deze 7 staat in de kolom die het dichtst bij het patroon staat. De focus is dus op blauw in deze rij. Dus blauw betekent voor, grijs betekent achter. De eerste en laatste steek zijn zijsteken.

Ik heb hier de Engelse afkortingen gebruikt: s voor side stitch of zijsteek, f voor front of voor, b voor back of achter.

We lezen van rechts naar links: s, b, f, b, f 2x, b 13x, f 2x, b, f, b, s. In totaal zijn dit 25 stokjes (24 hokjes ==> 25 stokjes).

Kleine voetnoot hierbij: ik heb begrepen van mensen die linkshandig haken dat het patroon van links naar rechts wordt gelezen!

Toer 7b

Kijk naar de rij waar de grijze 7 voor staat. Dit is een b-toer, want deze 7 staat in de kolom die het verst van het patroon staat. De focus is dus op grijs in deze rij. Dus grijs betekent voor, blauw betekent achter. Dit is een b-toer, dus we hebben geen steek die aan de buitenrand valt.

We lezen weer van rechts naar links: f, b, f, b 2x, f, b 3x, f, b 3x, f, b 3x, f 2x, b, f, b, f, b. In totaal zijn dit 24 stokjes (23 hokjes ==> 24 stokjes).

Je kunt dit natuurlijk korter opschrijven. Je kunt kijken waar het patroon zich herhaalt. Dus een alternatief is f, b, f, b 2x, *(f 1x, b 3x)* 3x, f 2x, *(b, f)* 2x, b. Als je zoiets doet, check dan of je nog steeds 24 stokjes hebt.

Voor de toeren 9a en 9b doe je precies hetzelfde. Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor de voorgaande oneven toeren en volgende oneven toeren.

De even toeren uitgeschreven

Kijk weer naar het plaatje van de achterkant in het blauw en grijs. Ik heb hier de rijen 6a, 6b, 8a en 8b in uitgewerkt. 

Toer 6a

Kijk naar de rij waar de blauwe 6 voor staat. Dit is een a-toer, want deze 6 staat in de kolom die het dichtst bij het patroon staat. De focus is dus op blauw in deze rij. Dus blauw betekent voor, grijs betekent achter. De eerste en laatste steek is een zijsteek.

We lezen van rechts naar links: s, b, f, b 3x, f 13x, b 3x, f, b, s. In totaal zijn dit 25 stokjes (24 hokjes ==> 25 stokjes).

Toer 6b

Kijk naar de rij waar de grijze 6 voor staat. Dit is een b-toer, want deze 6 staat in de kolom die het verst van het patroon staat. De focus is dus op grijs in deze rij. Dus grijs betekent voor, blauw betekent achter. Dit is een b-toer, dus we hebben geen steek die aan de buitenrand valt.

We lezen weer van rechts naar links: b, f, b, f 2x, b 14x, f, b, f, b, f. In totaal zijn dit 24 stokjes (23 hokjes ==> 24 stokjes).

Voor de toeren 8a en 8b doe je precies hetzelfde. Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor de voorgaande even toeren en volgende even toeren.

Positioneren van kleur 2 aan de start van toer a in kleur 1

Voordat je begint te haken met kleur 1 moet je eerst zorgen dat je de draad van kleur 2 naar voren of naar achteren legt. Dit moet op dat moment al gebeuren, om te zorgen dat je je eerste stokje in de volgende toer met kleur 2 op de juiste plek kunt haken. Dit speelt dus alleen een rol in een a-toer!

Positioneren kleur 2 voorbeeld 1
Positioneren kleur 2 voorbeeld 1

In dit plaatje heb ik een vierkant hokje getekend aan het begin van toer 1a. De bovenkant van het hokje is de bovenrand van je haakwerk. Je ziet hier dat die bovenrand door een blauw hokje wordt doorkruisd. Hierbij moet je dus weer even bedenken, zoals ik eerder heb vermeld, dat als je deze a-toer haakt, dat je dus alleen maar roze ziet aan de bovenrand. Maar straks, als je toer 1b gaat haken, zie je dat dat eerste stokje bovenop moet liggen, dus die gaat straks aan de voorkant worden gehaakt. De instructie voor toer 1b begint dan ook met f (front, voor). Dat betekent dat je nu dus je draad naar voren moet leggen aan de start van toer 1a.

Of simpeler, als je de beschrijving van toer 1a maakt, kijk dan vast naar hoe toer 1b begint. Toer 1b begint met voor, dus leg dan de draad naar voren.


Positioneren kleur 2 voorbeeld 2
Positioneren kleur 2 voorbeeld 2

In dit plaatje heb ik een vierkant hokje getekend aan het begin van toer 4a. De bovenkant van het hokje is weer de bovenrand van je haakwerk. Je ziet hier dat die bovenrand op deze plek gewoon in het roze is. Als je toer 4b gaat haken, zie je dat dat eerste stokje onder het roze moet vallen, dus die gaat straks aan de achterkant worden gehaakt. De instructie voor toer 4b begint dan ook met b (back, achter). Dat betekent dat je nu dus je draad naar achter moet leggen aan de start van toer 4a.

Of simpeler, als je de beschrijving van toer 4a maakt, kijk dan vast naar hoe toer 4b begint. Toer 4b begint met achter, dus leg dan de draad naar achter.


Verdere tips

Als je een patroon hebt uitgeprint, en je bent met bijvoorbeeld toer 4a bezig, leg dan een papiertje over de rijen eronder of erboven of allebei. Gebruik eventueel een of meerdere post-its, die plakken lekker en schuiven niet. Dat zorgt dat je je kan focussen op de juiste rij.

Schrijf het patroon op in letters voordat je start. Dat kan op je patroon als je het groot genoeg uitprint, zoals ik dat ook in de blauw/grijze patroontjes heb voorgedaan, of op een apart papiertje. Dat heeft als voordeel dat je ook meteen ziet bij welke rij je bent gebleven.

Kijk waar de herhalingen zitten. Dat is veel makkelijker om te onthouden als je aan het haken bent.

Afsluiting

Ik hoop dat dit weer een handige tutorial voor je was. Laat het me weten als je nog iets mist of als er iets onduidelijk is.

De video