Om de laadtijd van de pagina’s optimaal te houden gebruik ik ’thumbnails’. Dit zijn verkleinde, en soms bijgesneden versies van het grotere plaatje. Wil je iets volledig in beeld hebben, of patronen downloaden, klik dan op het kleine plaatje om het grote gehele plaatje te zien.

Inhoudsopgave voor het proeflapje

De video’s

Voor elk onderdeel heb ik ook video’s gemaakt.

De introductie video: https://youtu.be/9qKZ9Oe6riE

De video voor de opzet: https://youtu.be/JjxsuOFrQz8 

 Of zie de links aan het eind van de pagina.

Download van het patroon

Klik hier om het patroon van het proeflapje te downloaden

Waarom een proeflapje maken?

Het proeflapje is bedoeld om de eerste stappen van het interwoven of locking crochet onder de knie te krijgen. Daarnaast is het ook een testje voor jezelf om te zien of de haaknaald die je gebruikt tot het gewenste resultaat leidt. Zoals ik al in de introductie vertelde, moet je voor deze techniek vrij los haken. Als je de 2 lagen door elkaar heen weeft, dan wil je niet dat de lagen zo strak gehaakt zijn dat het eindresultaat een ‘stijve plank’ wordt.

Ik leer je ook hoe je de patroontekeningen kunt lezen. Ik maak daarnaast van elke toer een geschreven instructie, maar je kunt ook de schema’s volgen.

Als je afwijkt van het garen dat ik heb gebruikt, dan is dit ook een mooie manier om te kijken wat de afmetingen voor jou zullen worden. 

Heel belangrijk: volg het patroon! Ga niet meer of minder steken maken!

Omdat het patroon van de grote deken allerlei motieven heeft is het van het grootste belang je aan het aantal steken te houden dat ik aangeef. Als de hele CAL klaar is, dan kan je natuurlijk zelf je variaties gaan maken, omdat je dan het geheel kunt overzien en de gevolgen van extra of minder steken kunt inschatten. Maar dan moet je nog even geduld hebben.

Het patroon en informatie voor het proeflapje

Ik heb een simpel beginners patroontje opgezet van 20 hokjes bij 20 hokjes. Dit is het aantal hokjes van de buitenrand. De binnenrand telt 19 bij 19 hokjes, en waarom dat is wordt straks duidelijk.

De afmetingen die ik had (zonder opspannen), was ongeveer 21 bij 21 cm, dus mooi vierkant. Probeer daarnaar te streven, want dat maakt dat de patronen niet ‘uitgerekt’ gaan lijken. 

Dit is het patroon dat we gaan maken:

HAL CAL Proeflapje voorkant
Proeflapje voorkant
HAL CAL Proeflapje achterkant
Proeflapje achterkant

Zoals je aan de onderkant kunt zien als je op de foto’s klikt, loopt het patroon daar niet helemaal consequent door. Dat is de manier waarop ik het zelf ooit heb geleerd. Ik ga je echter een manier aanleren die het patroon wel door laat lopen. Die is misschien ietsje lastiger, maar heeft mijn absolute voorkeur! Het ziet er gewoon fraaier uit voor het patroon: kijk maar naar de foto’s verderop! Als je de instructies die ik geef nauwgezet opvolgt, dan moet het zeker lukken.

Het proeflapje wordt trouwens geen onderdeel van de grote CAL, dus je kan zelf kijken of je alle 20 toeren wilt maken, of dat je het na een aantal toeren helemaal doorhebt en je voelt dat de gekozen haaknaalddikte goed is. Als je hem wel afmaakt en er iets leuks van weet te maken (misschien een etuitje of iets dergelijks), laat het me dan vooral weten! Dan kan ik het op deze pagina’s laten zien voor de anderen!


Patroon proeflapje voorkant
Patroon proeflapje voorkant
Patroon proeflapje achterkant
Patroon proeflapje achterkant

Dit zijn de patroontekeningen voor de voor- en achterkant (klik op de plaatjes om ze te downloaden en volledig te zien). Het patroon ziet er aan beide kanten verschillend uit. Bij dit patroon verschilt het nog niet heel veel, de ’trappetjes’ lopen alleen de andere kant op, maar met deze techniek is het mogelijk om aan voor- en achterkant patronen te hebben die totaal niet op elkaar lijken. Dus is het handig om van beide kanten een patroon te hebben, zodat je kunt zien waar je bent.

Deze patroontekeningen zijn in het roze en blauw. En ik heb dat expres zo gelaten, omdat ik je ook wil leren om een patroontekening te ‘lezen’ als je geen geschreven patroon hebt. Wat hier roze is, is kleur 1. Wat hier lichtblauw is, is kleur 2. De kleuren die ik gebruikt heb in de video en op de foto’s hierna zijn donkerblauw voor kleur 1 en wolwit voor kleur 2.


Stap voor stap

De uitleg die ik ga geven is vrij uitgebreid. Dit is misschien wat veel als je een ervaren haakster bent, maar ik wil graag dat wat minder ervaren haaksters het ook goed kunnen volgen. Dat is echt het ding wat mij het meest plezier doet, iets uitleggen zodat iedereen het kan volgen. Dus heb je meer ervaring, lees er dan een beetje snel doorheen en pik op wat voor jou van belang is.

Je werkt met 2 kleuren: kleur 1 is de kleur die ook het werk omrandt. Kleur 2 is het ‘binnengedeelte’.

Het filet haakwerk is ietsje anders dan het gewone filet haakwerk. Je maakt hokjes door stokjes te haken met daartussen 1 losse.

Opzettoer (rij 0), kleur 1

Voor de opzet van het proeflapje gebruik je voor kleur 1  (2 x 20) + 1 = 41 steken. Dit is wat ik meestal rij 0 noem. Voor de opzet kan je de opzet gebruiken die je zelf het fijnst vindt. Dat kunnen lossen zijn, maar ik heb de ‘lange draad’-methode gebruikt. Als je die niet kent, kijk dan vooral even naar mijn video. Die is echt heel simpel, hij heeft het voordeel dat hij heel rekbaar is, en dat je goed kunt zien waar je je steken moet maken. Vooral dat laatste is echt een aanrader hiervoor!!! 

Voor de lange draad opzet gebruik je een begindraad van 75 cm lang.

Markeer steek 10, 20 en 30 met een steekmarkeerder. Markeer ook steek 39. Dit is de steek waar je straks in toer 1a je 2e stokje in maakt (het zijstokje dat we in toer 1 gaan maken telt als stokje 1). Doe jezelf een plezier en gebruik de steekmarkeerders op de plekken die ik aangeef, want die gaan je echt helpen! Voor dit proeflapje is het echt geen ramp als je overnieuw moet beginnen, maar voor het grote project heb je ze echt echt echt nodig, dus wen jezelf er alvast aan.

Opzettoer (rij 0), kleur 2

Voor de opzet voor kleur 2 maak je (2 x 19) + 1 = 39 steken. Gebruik lossen(!) voor deze opzet om te zorgen dat dit zoveel mogelijk overeenkomt met de rest van het haakwerk. Dit zijn 2 steken minder dan de opzet van kleur 1! De ‘binnenkant’ bij interwoven crochet is 1 hokje minder dan de buitenkant, dus we hebben hier 2 steken minder nodig.

Opzettoeren voor proeflapje
Opzettoeren voor proeflapje

Markeer steek 10, 20 en 30 met een steekmarkeerder. Markeer ook steek 37. Dit is de steek waar je straks in toer 1b je 2e stokje in maakt. Speciaal voor een lossentoer zijn de steekmarkeerders essentieel om regelmatig te controleren of je nog goed gaat bij het tellen.


Rij 1 van het proeflapje

Klik hier om naar de pagina te gaan met de uitleg voor rij 1

Video’s