Introductie
Dit is een vervolg op de 2 voorgaande tutorials over hoe je een gehaakte rand om je weefsel maakt. De eerste, waarbij ik halve vasten heb gebruikt vind je hier, de tutorial waarbij ik vasten heb gebruikt vind je hier. Kijk daar vooral ook eerst naar, omdat ze een veel uitgebreidere uitleg geven met veel meer foto’s en tekeningen. Deze tutorial is een uitbreiding hierop, en om je te laten zien hoe je 4 steken per hoek maakt. Daar zijn 2 varianten van, die ik hier allebei zal toelichten.
2 of 4 steken in de hoek, that’s the question
In de vorige tutorial heb ik heb ik het er al kort over gehad of je nu 2 of 4 steken in de hoek zou moeten maken. Bij het haken van vierkantjes, zoals granny squares, is het gebruikelijk extra steken in de hoeken te maken, want bij elke nieuwe rand wordt je lapje groter. Maar bij het haken van een rand rond je weefsel is dat niet niet altijd nodig, vanwege het intrekken van het weefsel zodra het van het weefraam af is. Bij een rand met halve vasten zeker niet, en bij een rand met vasten hangt het er soms een beetje om. Het is niet echt nodig, maar de hoeken krullen toch wel een heel klein beetje naar binnen. Als je dat niet wilt, dan kan je meer steken in de hoeken maken. Hiermee krijg je dus wel extra steken per rand, dus het is belangrijk dat je voor je project een consequente keuze maakt in hoe je je randen gaat doen. Elke soort rand heeft zijn eigen hoogte, en zijn eigen aantal steken.
Bij het maken van 4 steken in de hoek, krijg je er 2 steken per rand bij!
4 vasten, of 2 vasten plus 2 lossen?
Ik ga beide laten zien, maar ik kan je al wel verklappen dat 4 vasten in een hoek niet mijn voorkeur heeft. In de vorige tutorials heb ik al verteld dat ik liever niet teveel steken in een hoek maak. De hoeken trekken in als het weefsel van het weefraam, en als je daar dan veel haaksteken doorheen hebt gemaakt, dan moeten de draden van het haken toch ergens naartoe. De hoeken raken dan uitgerekt, het weefsel raakt in de hoeken uit balans: ik vind het niet mooi. Maar, misschien vind jij het wel mooi, en ik neem hem dan ook op, helemaal aan het eind.
Maar nu eerst: 2 vasten plus 2 lossen in een hoek.
De start
De start is net een beetje anders dan bij de vorige 2 tutorials. Daar begon je met het maken van de eerste steek van de rand AB, in hoek A. Nu ga je weer in hoek A beginnen, maar je maakt eerst 2 steken die bij kant DA horen.
Je eerste steek is een vaste in hoek A. Onthoud alvast dit: dit is je voorlaatste steek van kant AD als je uiteindelijk helemaal rond bent gegaan.
Vervolgens ga je 2 lossen maken. Hoe je dat doet laat ik je in de volgende foto’s zien.
Maak een omslag met je naald om het garen.
Haal deze omslag meteen door de lus op je haaknaald. Je hebt nu 1 losse gehaakt. Als je goed kijkt zie je 2 V-vormpjes aan de zijkant. Deze steek is de laatste steek van kant AD.
Nu ga je je 2e losse maken.
Maak weer een omslag met je naald om het garen.
Haal de omslag weer door de lus op je haaknaald heen. Je hebt nu 1 vaste en 2 lossen gemaakt. Op de foto zie je 3 V-vormpjes. Ik heb de eerste steek, de vaste, met een steekmarkeerder gemarkeerd, voor later.
De 2e losse die je hebt gemaakt, is nu je eerste steek van kant AB!
Markeer deze steek ook even met een steekmarkeerder, of een draadje, want dat vergemakkelijkt het tellen, en het is voor later handig als je stukken aan elkaar gaat bevestigen. Ik heb dat op deze foto’s (nog) niet gedaan, maar maak dat een gewoonte. Zeker in het begin!
Nu maken we hoek A af door de 2e vaste in dezelfde hoeklus te maken.
Hoek B
Kijk ook bij de vorige tutorials hoe je met de hoeken om gaat. Ik ben hier vlak voor hoek B aanbeland, waar ik een tijdelijk lusje heb gemaakt rond het hoekspijkertje.
Ik heb nu om 23 spijkertjes heen gehaakt: het hoekspijkertje in hoek A, en de 22 spijkertjes daarna. Ik heb ook nog eens een losse voor deze kant gemaakt (de tweede losse die in die hoek is gehaakt), dus ik heb nu 24 steken voor kant AB gemaakt. Dat moeten er uiteindelijk 26 worden.
Maak nu eerst een vaste in hoek B. Dit is steek 25.
Vervolgens maak je weer 2 lossen in hoek B. Ook hier geldt weer: de eerste losse telt als de laatste steek van rand AB (steek 26), de tweede losse telt als de eerste steek van rand BC!
Maak nu je 2e vaste in hoek B. Dit is de tweede steek van rand BC! Ik heb hier de 2e losse, steek 1 van rand BC, gemarkeerd met een steekmarkeerder.
Hoeken C en D
In de hoeken C en D werk je net als bij hoek B: je maakt in de hoeklus 1 vaste, 2 lossen en 1 vaste. Markeer elke keer de 2e losse, zodat je weet dat dat de eerste steek van de betreffende rand is.
Afsluiting
De afsluiting is nu dus ook ietsje anders. Maar dat betreft alleen maar waar je de laatste steek met de naald maakt (vergelijk het even met de vorige twee tutorials). Je bent helemaal in het begin begonnen met de laatste 2 steken van rand DA, in hoek A.
In de eerste foto heb ik de laatste steek om het spijkertje gehaakt dat vóór hoek A zit, dus in de tekening zou dat spijkertje 8 zijn.
Op mijn weefraam betekent dat, dat ik in hoek D begonnen ben met 1 losse plus 1 vaste, vervolgens heb ik om de volgende 21 spijkertjes gehaakt. Dat zijn samen 23 steken. Daar komen de 2 steken die in het begin gemaakt zijn bij, dus dat is een totaal van 25 steken. We missen er dus nog 1, en die gaan we weer met de naald maken. In de 2e foto is de eerste vaste in hoek A gemarkeerd met een steekmarkeerder, en dat is de steek waar we nu met de naald doorheen gaan werken. Maar nog even stap voor stap met foto’s.
Knip het garen af en haal het meteen door de laatste gemaakte steek.
Maak met de naald de laatste ‘steek’. Breng de naald door de 2 ‘benen’ van de V-vorm van de 1e vaste heen, breng de naald vervolgens weer terug door het midden van de V-vorm van de laatste steek heen, en klaar! Nu zijn er 26 steken ook aan deze rand. Je kunt de steekmarkeerder daar nu ook weghalen. In dit geval de witte, de roze blijft gewoon zitten om de eerste steek van rand AB te blijven markeren. Dat is later handig voor het bevestigen van andere delen.
We hebben op deze manier aan elke rand weer evenveel steken, per rand nu dus 2 meer dan toen we maar 2 steken in elke hoek deden.
Het resultaat
Zoals je ziet, ziet het resultaat er prima uit. Er is niet heel veel verschil met het resultaat dat je krijgt als je 2 steken in de hoek doet, zonder de lossen. De hoeken liggen nu wel iets platter. De conclusie is wat mij betreft dat het niet veel uitmaakt en dat je het best zelf een keuze maakt.
Ga naar de volgende pagina met de onderstaande buttons als je het resultaat wilt zien van het maken van 4 vasten in elke hoek.