Introductie
Deze tutorial gaat over hoe je de randen van je weefsel kunt afwerken met een gehaakte rand van halve vasten. Deze tutorial gaat echt de diepte in, zodat je het beste resultaat krijgt. Visueel, maar ook als je meerdere weefsels aan elkaar wilt maken. Ik ga het je met veel foto’s proberen uit te leggen. Je kunt op elke foto of tekening klikken om een grotere versie te zien.
Ik heb hier ook een video van gemaakt, maar lees verder na de video als dat je voorkeur heeft.
Op de foto’s zie je mijn weefraam met 24 spijkertjes aan elke rand, 4 hoekspijkertjes en 22 spijkertjes daartussen aan elke zijde. Op de tekeningen zie je 10 spijkertjes aan elke rand, dus dat is ietsje anders. Maar ik zal dat zoveel mogelijk duidelijk maken bij de werkwijze als dat uitlegt vergt. Het kan zijn dat jij een heel ander aantal spijkertjes aan de randen hebt, maar dat maakt voor de werkwijze verder niet uit. Ik zal, waar er geteld moet worden, of waar de link met de tekening wordt gelegd, dat zo duidelijk mogelijk maken.
Deze tutorial is over meerdere pagina’s verdeeld, want het zijn erg veel foto’s en plaatjes. Je vindt de knoppen om naar een volgende of vorige pagina te gaan onderaan elke pagina.
Het haken van de randen doe je terwijl het weefsel nog op je weefraam zit.
Het doel: evenveel haaksteken aan elke rand
Dit is een tekening die ik heb gemaakt voor het uitleggen hoe je moet weven (zie hier voor de tutorial). Ik heb hier de hoeken gemarkeerd (ABCD), en ik heb de lusjes die om de spijkertjes zitten genummerd. In dit voorbeeld zie je dat je 10 spijkertjes (de zwarte bolletjes) aan elke kant hebt. Of beter gezegd : 4 hoekspijkertjes met daartussen aan elke kant 8 spijkertjes. Je ziet dat er aan de bovenkant 9 lusjes zitten, links maar 8, aan de onderkant 9, en rechts 9. En eigenlijk wil je dat niet voor een gehaakte rand.
Het liefst zou je rond elk spijkertje een haaksteek maken, en op de hoeken 2 per spijkertje, 1 voor elke zijde, zodat je aan elke zijde 10 steken hebt. Ik heb dat in het schema hierna weergegeven. Maar daar moet je wel een paar ‘aanpassingen’ voor maken. En je moet op de juiste plek beginnen.
Kijk vooral naar de laatste pagina van deze tutorial, want die is heel belangrijk!
De start
De hoek waar je gaat beginnen is hoek A. Dat is de plek waar bij de start van het weven de draad om de 2 spijkertjes rechtsboven gaat. Dat je daar moet beginnen heeft een reden die aan het eind duidelijk wordt.
De halve vaste maken
Ik ga je eerst uitleggen hoe je de haaksteken maakt. Je begint met een schuifknoopje die je op je haaknaald zet:
Vervolgens ga je met de haaknaald door het eerste hoeklusje heen (bij nr 1):
Drapeer het garen (dat naar de bol toe loopt) over je haaknaald:
Haal de draad door de randlus heen. Je hebt nu 2 lussen op je haaknaald staan.
Haal nu de 2e lus op je haaknaald, de voorste die je het laatst hebt gemaakt, door de 1e lus van het schuifknoopje heen. Dan is dit het resultaat:
Nu ga je hetzelfde doen met het randlusje dat om het 2e spijkertje heen zit.
Drapeer opnieuw het garen over je haaknaald heen:
Haal de draad door de 2e randlus heen:
Haal nu opnieuw de 2e lus op je haaknaald door de 1e lus heen. Dan is dit het resultaat:
Zoals het er aan de bovenkant uit ziet:
Je ziet heel duidelijk 2 V-vormen. In de 2e foto heb ik een steekmarkeerder in de 1e steek gezet. Dat maakt het voor de uitleg wat makkelijker, het is ook handig voor het tellen en je kunt je niet vergissen.
Het is nu de bedoeling dat je steken maakt in elk randlusje.
Ga naar de volgende pagina voor een trucje hoe je handig kunt werken als je moeite hebt met het te pakken krijgen van de randlusjes, en voor uitleg hoe je met de volgende hoek B om moet gaan.